Column: Teruggevonden vriend

9 maart 2014, 10:00 | Jeroen

Lang was ik ‘m kwijt, geen idee waar het mis is gegaan. Ergens zijn we beiden een ander pad ingeslagen en liepen onze wegen niet meer paralel. Toch wist ik dat het niet lang kon duren, we zouden elkaar snel weer tegen komen. En zo geschiedde; deze zaterdag was het zo ver.

De winter is nooit echt doorgekomen dit jaar, maar de dagen waren kort en de tenen regelmatig koud. Veel bier is genuttigd en zakken chips zijn achterovergeslagen. Nee, het zijn niet mijn meest charmante dagen, maar het is mijn manier om deze donkere tijd door te komen.
Helaas gaan de zonloze dagen niet altijd even snel voorbij en dat heeft zo zijn uitwerkingen. Waar ik in September nog elke voorbijganger een vriendelijk “goedendag” toewens, kun je in Februari beter met een grote boog om me heen lopen. Het liefst zou ik dat zelf ook doen.

En het zat allemaal niet mee de afgelopen maanden. Blessure na blessure – tot röntgenfoto’s aan toe – hebben me op de bank gehouden. Lekker met de benen omhoog en tot rust komen zou je zeggen; nee, zo werkt dat niet, niet voor mij. Ik wordt daar stront chagrijnig van.
Ondanks alle beperkingen en verboden blijf ik rustig de weersvoorspellingen in de gaten houden, en dan voornamelijk die van de zee. Een goede surfsessie, lang of kort, warm of koud, daar knap ik altijd van op. Lange tijd is er echter geen rimpel te vinden geweest, ik sta al maanden surfdroog.
Zaterdagochtend ben ik vroeg wakker, de zon breekt door en mijn slaapkamer warmt op. Niet lang daarna pak ik m’n laptop erbij en bekijk uit automatisme de surf webcam’s. Wat?! Er is beweging!

Met al mijn hervonden energie bel ik stad en land af, op zoek naar een partner in crime. Dikke domper, iedereen komt tijd te kort of vindt ons bruine Noordzeetje nog te koud. Even ben ik van slag, maar ik weet mezelf te herpakken: wetsuit aan en op de fiets. Nog geen vijf minuten later lijkt de winter al heel veel verder weg.
Eenmaal in het water vallen de golven wat tegen en andere surfers gaan het water weer uit. Ik verdom het, ik moet en zal blijven liggen, al is het om te genieten van de langvergeten zon. Een half uur kabbelt voorbij, liggend met m’n rug in ’t water, m’n voeten op m’n board. Even vergeet ik waar en wie ik ben.
Tot ik word opgeschrikt door een welbekend geluid; brekende golven. Drie uur volgt, golf na golf surf ik tot aan het strand, mijn hoofd bedekt met zonnestralen en langzaam komt ‘ie terug. Langzaam – maar zeker – vinden we elkaar weer. Ik besef ’t pas als ik naar huis fiets en m’n tegenligger een grijns tevoorschijn tovert bij het zien van mijn gezicht. Hij is er weer, en hij gaat voorlopig niet weg; mijn honderd procent natuurlijke en puur gemeende glimlach! Och, wat heb ik je gemist.



Share |

Gerelateerde artikelen