Verslag: Motel Mozaïque - de vrijdagavond

24 april 2012, 10:16 | Jeroen

De vrijdagavond start in de drup, gelukkig is deze maar van korte duur, wat het verplaatsen van Schouwburg, naar Rotown, weer verder naar de Gouvernestraat en weer terug een stuk aangenamer maakt. Het Motel Mozaïque festival vindt al plaats sinds 2001 en weet jaar in, jaar uit een uitdagend en gevarieerd programma te bieden.

We starten de avond Motel Mozaïque in de Rotown voor het optreden van White Rabbits uit New York. De band is de vrijdagochtend geland en verteld dat ze nog niet hebben geslapen, niet dat tot op dat moment daar iets van te merken is. De zanger oogt soms een beetje als Thom Yorke, zeker als hij zijn oog knijpt vanwege de spot die vol op hem schijnt. Muzikaal gaat de vergelijking live ook enigszins op. Het is een beetje behelpen voor de zes mannen op het relatief kleine podium van de Rotown. De band rockt live behoorlijk hard en houden het tempo gedurende de hele set hoog. Geen rust tussen nummers, maar flink doorspelen. Om me heen hoor ik m’n medebezoekers instemmende opmerkingen maken tijdens de schaarse momenten dat de speakers niet knallen.

Het optreden lijkt nog verder los te komen als een gitarist zijn instrument verruilt om ook te gaan drummen. De band speelt verder met dubbele percussie. De combinatie met toetsen en opzwepende gitaarpartijen werkt uiterst aanstekelijk. Ook deze band maakt gebruik van drumcomputers en samplepads, maar laat er geen misverstand over verstaan, alles dient om flink te rocken en de soms drie gitaren en bas zijn leidend. Tegen het einde van de set komt het nummer voorbij waarop ik hoopte: Percussion Gun. Een stevige uitsmijter met, zoals de naam wel doet vermoeden, flinke percussie. Het is nu voor het eerst te merken dat de zanger niet helemaal bij stem is en de uithalen komen uit zijn tenen, desalniettemin klinkt de uitvoering goed en verlaat de band daarna het podium. Om binnen een minuut weer terug te keren, maar dan staan we al met een voet buiten op weg naar het volgende optreden.

In de kleine zaal van de Rotterdamse Schouwburg worden we compleet verrast door een klein vrouwtje met knot die alleen met haar gitaar het podium moet vullen. De zang van de Schotse Rachel Sermanni is zaalvullend. Ze toert op dit moment als het voorprogramma van Fink, die even later in de grote zaal optreedt. Ze neemt soms een stapje afstand van de microfoon om haar engelenzang gedoseerd te kunnen brengen. Ze dwingt een respectvolle stilte af. De teksten zijn kleine verhaaltjes met licht Schots accent. Het is toch best een prestatie om een afgeladen zaal in beweging te brengen en dat door dat kleine dametje met gitaar, in haar eigen woorden: Mercy, mercy I’ve been caught.

Fink trekt volle zalen en zo ook deze avond op Motel Mozaique in de grootste zaal die het festival heeft, de grote zaal in de Schouwburg. Iets wat niet altijd zo is geweest, daar herinnert iets later deze Fin Greenall, zoals in zijn paspoort staat, ons nog even aan. Hij wordt deze avond ontvangen met een warm welkom. Het publiek dimt zichzelf met zachte sshh geluiden. Fink wordt ondersteund, naast zijn semi-akoestische gitaar, door een drummer achter een grote kitt die zijn aanwezigheid heel klein houdt, de bekkens zacht strelend. De baspartijen rusten sloom tussen de drum, het beperkte gitaarspel en Fink’s warme stem.

Zoals gezegd waren het niet altijd volle zaken die deze Engelsman trok. In 2006 was hij ook al op dit festival en speelde hij in een lege galerie. Het is haast alsof hij het publiek daarmee iets verwijt en dat al na het eerste nummer. Het concert kent een rustige start. Na drie nummers is het tijd voor uptempo en old skool. Blueberry Pancakes wordt dan ook direct opgepikt door het publiek dat begint mee te klappen. Het nummer mondt uit in een spectaculaire jam die luid eindigt en op een even luide respons mag rekenen.

Fink eert nog even de Rotown door aan te geven dat voor hem Rotterdam en een optreden in de Rotown onlosmakelijk aan elkaar zijn verbonden. Het podium is voorzien van acht doeken waarop projecties te zien zijn die samen een beeld vormen. Achter de band is een muur van bureaulampen die met de muziek mee feller gaan branden. Al is na drie kwartier telkens net niet tot een hoogtepunt komende blues, funk en soul mijn nieuwsgierigheid afgezwakt en ben ik toe om te ontdekken wat de andere podia deze vrijdagavond te bieden hebben.

Je zou verwachten dat er een oude, dikke man van Afrikaanse komaf op het grote podium in de Gouvernestraat staat, maar niets is minder waar. Het is de babyface zanger van Jamie N Commons. Een jongeman met hoed en band die ter plekke de blues reanimeert en ontzag afdwingt. Na de opening met goede heldere samenzang en een minimum aan instrumenten, speelt de band vervolgens vol rust en overtuiging van eigen kunnen door en pas bij het derde nummer wordt echt gepronkt en komt de kaal klinkende, maar indrukwekkende opening tot een climax waarbij alle registers open worden getrokken. De band klinkt als de beter verkoopbare versie van Cold War Kids, met net iets minder pit, maar een stuk toegankelijker. Daarbij is de jonge band erg vlot gekleed en gekapt en daarmee uitermate geschikt voor de volgende foto shoot, maar laat die observatie niets afdoen aan de kwaliteit van de nog erg jonge band.

We besluiten de Gouvernestraat vroegtijdig te verlaten om nog even te kijken in de Rotown waar de opvallende verschijning van Light Asylum ons post-punk met techno en dub invloeden voorschotelt. De samples, keys, drumpads en andere elektronica zorgen voor een muur van geluid waar de jaren ’80 jaloers op zal zijn en de zang, evenals de verschijning van zangeres Shannon Funchess, de frontvrouw van het duo, doen sterk denken aan Grace Jones.

We beginnen vol enthousiasme de wandeling van de Rotown naar BIRD, maar als we het Centraal Station passeren besluiten we toch huiswaarts te keren en te concluderen dat het een uitermate geslaagde avond was. Dat daarnaast een weekend vol sociale verplichtingen wachtte en daardoor ook geen verder verslag van Motel Mozaïque gemaakt zal worden, vinden wij eigenlijk ook wel jammer.

Foto’s: © Wouter Coomans



Share |

Gerelateerde artikelen