Recensie: London Calling vrijdagavond

28 april 2015, 22:19 | Jeroen

Tijdens het weekend van 24 en 25 april streek London Calling weer neer in de Paradiso in Amsterdam. Het nieuwe talent festival heeft zich al heel vaak bewezen als het gaat om de krenten uit de pap halen. Telkens weer staan hier bands voor het eerst op de Nederlandse bühne.

The Slow Show

Voordat The Slow Show het podium betreedt gaat al het licht uit in de Paradiso. Het publiek krijgt een riff te horen op één gitaarsnaar, waarna de toetsenist invalt. De stem van zanger Rob Goodwin doet denken aan een herfstavond. De band doet erg denken aan The National, die op hun 2007 album Boxer het nummer Slow Show hebben staan, waar de band hoogstwaarschijnlijk naar vernoemd is.

Goodwin zijn stem doet voor Nederlandse oren soms denken aan die van Dinand Woesthoff van Kane. Wisselend staan er blazers op het podium met trompet of trombone. Het is te merken dat de band al wat aan bekendheid wint als de hit Dresden wordt aangekondigd. Het nummer start met een stuk muziek dat aan een opera doet denken, erg passend in de popkerk die Paradiso heet. Ook de single Bloodline en het nummer Brother landen goed bij het aanwezige publiek. Naarmate het optreden zijn einde nadert gaat de zang een stuk warmer en dynamischer klinken dan de nummers ervoor. Een leuke aftrap.

Soak

Voorafgaand aan het optreden van Soak, de artiestennaam van Bridie Monds-Watson, in de kleine zaal boven wordt het publiek gevraagd even stil zijn voor de ingetogen en emotionele liedjes die gaan komen. En inderdaad, de 18 winters jonge Soak weet de juiste, gevoelige snaar te raken. Ze begeleid zichzelf enkel op gitaar en ook zonder oproep zou dit kleine meisje de zaal stil gekregen hebben. Ze heeft een licht accent, een eigen, vrij uniek geluid en afwijkende timing. Haar stem heeft iets lieflijks, doet soms denken aan Selah Sue of Mette Lindberg van TAGT. Iets tussen schattig en breekbaar in. Ze maakt met gemak een praatje met het publiek als een geroutineerd podiumdier. Haar thematiek heeft vaak iets donkers, maar bevat ook hoop. Haar jeugdigheid neemt iets weg van haar geloofwaardigheid over haar bezongen zware leven, maar hopelijk gaan we nog veel meer horen van dit jonge talent!

Happyness

Happyness opent met twee rustige nummers en excuseert zichzelf daarvoor. Daarna zetten ze voller in. De tweede zang gaat eerst door een dikke vocoder voordat wij het horen. Het optreden komt erg rommelig over en de aandacht van het publiek verslapt steeds meer. Happyness vindt de band zichtbaar in de niet gezongen stukken als ze flink los gaan op hun instrumenten. Of het publiek hun happyness deelt..?

Jagaara

Jagaara speelt in een afgeladen kleine zaal, we hebben een poging gewaagd, maar eindigen toch in de grote zaal waar we op het grote scherm het optreden in de kleine zaal toch soort van kunnen volgen. Waarom deze band niet in de grote zaal staat (in plaats van bijvoorbeeld Happyness) blijft een raadsel. De meerstemmige zang, vlotte presentatie en uptempo nummers blijven live vier overeind.

Slaves

En dan is het tijd voor de verrassing van de vrijdagavond: Slaves. Dit duo uit Kent weet direct vanaf het eerste moment alle ogen op zich gericht te krijgen. Links staat Isaac Holman, een potige kleine zanger, staand en vooral heel boos te drummen in pantalon en wit t-shirt. Zijn broek kan blijkbaar steeds iets hoger opgetrokken worden.

Rechts van Isaac staat Laurie Vincent in een zwarte werkoveral. Hij heeft een stage performance als Flea. Deze ogenschijnlijke working class heroes weten precies hoe het publiek bespeelt moet worden met een extreem energiek optreden en vooral hele luide punk.

Daarbij nemen ze zichzelf niet heel erg serieus, zo mag iemand uit het publiek ook even proberen een riffje te spelen. Verschijnt er iemand verkleed als een manta op het podium. En wellicht is het hoogtepunt nog wel een nummer over Debby naar haar auto brengen in een donker, eng bos. Een band die de grote zaal met gemak in beweging weet te krijgen en één om bij ieder festival opnieuw te gaan zien!

The Districts

De band uit Pennsylvania die al een tijdje een aardige hype weet te creëren, komt op het podium van de Paradiso al heel professioneel over. En dat terwijl pas in februari hun debuut A Flourish And A Spoil verscheen. Ze spelen een frisse mix van blues, folk, rock en country en zetten daarbij een energieke live show neer. Het geluid ligt qua dynamiek nog vaak te dicht bij elkaar, maar de drums maken veel goed. Ze doen soms denken aan een jonge Cold War Kids of Cloud Nothings. Het optreden zou meer tot z’n recht komen als het iets minder luid en overstuurd de zaal in zou worden geblazen. Desondanks weer een schot in de roos van de programmeur op deze toch al succesvolle vrijdagavond.

Broncho

Wij sluiten af met een bezoek aan het optreden van het Amerikaanse trio Broncho. Na het album Just Hip Enough To Be A Women een paar keer geluisterd te hebben was onze interesse gewekt. Ze laten een leuke mix garagepop en indie horen op dit album, dat live ook goed tot zijn recht zou moeten komen. Tot zover de theorie. Het gezelschap doet erg kunstig aan, te kunstig. Daarbij klinkt de lead zang erg iel, vaak op het vervelende of komische af. Na ongeveer drie nummers houden we het voor gezien. De volgende dag trekt London Calling opnieuw een blik nieuw talent open!



Share |

Gerelateerde artikelen