GG...oh

6 maart 2014, 10:44 | Jeroen

Vandaag wil ik het hebben over genetische technologie, de moderne vorm van biotechnologie waarbij het DNA van een organisme wordt aangepast. Een organisme dat met deze technologie aangepast is wordt een genetisch gemodificeerd organisme (ggo) genoemd. In de dagelijkse praktijk wordt deze techniek ook wel aangeduid als genetische manipulatie.

Ik heb wat lopen schuiven in mijn gedachten om de juiste hoek voor deze column te vinden. Het eerste wat natuurlijk bij iedereen boven komt drijven, zijn de negatieve aspecten van deze technologie. In mijn optiek zijn die er ook meer dan de positieve, maar er zijn wel degelijk positieve kanten. Oppervlakkige, maar ook diepgaandere. Ik ga proberen om zo neutraal mogelijk te zijn; een Zwitserlandje te schrijven. Hopelijk gaat dat lukken. Laten we beginnen bij de theorie:

Er zijn verschillende technieken om gentechnologie toe te passen. Deze technieken variëren aanmerkelijk per organisme waarop ze worden toegepast en of de genetische modificatie tijdelijk of blijvend is. Het gaat erom dat bepaalde kenmerken van één soort, overgebracht worden op een andere soort. Het basisprincipe van alle verschillende technieken is in grondslag hetzelfde en verloopt via een vast aantal stappen.

1. Bepalen en isoleren van het gen dat je wilt aanpassen
2. Het aanpassen van het geïsoleerde gen (dit is de manipulatie)
3. Overbrengen van het gen in een geschikte drager (bijvoorbeeld een bacterie of virus)
4. Transformatie van de cel of het organisme dat je wilt aanpassen (het inbrengen)
5. Selectie van de gemodificeerde organismen of cellen (kijken bij welke de aanpassing heeft gewerkt)

Dat was de theorieles voor vandaag, nu de praktijk. Om zo dichtbij mogelijk te beginnen, lopen we naar de keuken en zien we daar, ons voedsel. Op grote schaal worden gewassen genetisch gemanipuleerd, maar waarom? Dit gebeurt om de gewassen resistent te maken tegen ongedierte en virussen, om meer weerstand te kunnen bieden aan extremere weersomstandigheden (droogte, zout) en ervoor te zorgen dat het meer voedingsstoffen (en eventueel vaccins) kan bevatten. Daarnaast kunnen ze ervoor zorgen dat ons eten langer houdbaar is. De voordelen zijn daar, maar hoe zit het met de nadelen?

Zoals te vaak in deze wereld draait het om macht en geld. Monsanto is in deze natuurlijk het schoolvoorbeeld: een multinational waar enig moraal ver te zoeken is. Toch staan ze niet alleen. Verschillende regeringen, grote mediaspelers als Fox van Rupert Murdoch en bijvoorbeeld de farmaceutische industrie, spelen mee om de marktleidende positie van Monsanto te handhaven en zo zichzelf verder rijk te rekenen over de rug van hardwerkende boeren en onze gezondheid. Het patenteren van zaden is één van de laatste wenkbrauw optrekkende zaken, maar Monsanto’s invloed beperkt zich niet alleen tot de zadenmarkt. Ook groeihormonen (rBST en rBGH), pesticiden (Roundup en Agent Orange) behoren tot hun arsenaal met als doel de wereld te veroveren.

Ik merk dat mijn Zwitserlandje is mislukt en daar ben ik blij om. Toch wil ik deze column afsluiten door te zeggen dat met de hierboven besproken voordelen goeie dingen gedaan kunnen worden. Alleen niet met dit marktmodel.



Share |

Gerelateerde artikelen