Recensie: Io sono Li

23 juli 2013, 20:07 | Jeroen

Shun Li (Tao Zhao) is een van de vele miljoenen Chinezen die over de wereld uitgezwermd is, op zoek naar een beter leven. Dat betere leven begint natuurlijk niet meteen; eerst moet ze hard werken om haar schuld aan het syndicaat van mensensmokkelaars dat haar naar Italië heeft gebracht af te betalen. Pas wanneer die schuld afbetaald is, zullen ze ook haar achtjarige zoon naar Italië laten komen. Eerst werkt Li in een naaiatelier, maar na een bericht wordt ze naar het eiland Chioggia aan de kust bij Venetië gebracht, waar ze in een café aan de slag gaat. Het café wordt vooral bezocht door vissers uit het stadje. Onder hen is de oude Joegoslavische immigrant Bepi (Rade Serbedzija), die al decennia lang in Chioggia woont, maar recentelijk weduwnaar is geworden.

Het eerste wat we van Li zien, is hoe ze kaarsjes in gevouwen bloemen te water laat in een badkuip. Het is een manier om de dichter Qu Yuan te vereren, en hem om hulp en bescherming te vragen. Bepi wordt door zijn vrienden de dichter genoemd, omdat hij rijmpjes verzint. In verhouding tot de klassieke dichter Qu Yuan een onnozele bezigheid, maar dat beseft hij gelukkig zelf ook. De gedeelde liefde voor poëzie schept wel een band tussen de twee immigranten en langzaam bouwen zij een vriendschap op.

Poëzie als stopmiddel

Voor een verhaal dat poëzie gebruikt om de twee hoofdpersonen bij elkaar te brengen is de kunstvorm wel erg onnadrukkelijk aanwezig. Twee keer declameert Li in de voice-over enkele regels van het werk van Qu Yuan. Verder moeten we het grotendeels doen met het gerijm van Bepi, die gelukkig ook nog tot enkele regels dichtwerk wordt verleid door de aanwezigheid van Li. Verder is het verhaal in gewoon proza gegoten. Het verhaal leunt zwaar op bekende tropen uit Romeo en Julia, en het zich eveneens in Chioggia afspelende klassiek Italiaanse toneelstuk La Baruffe Chiozzotte.

Voordat de vriendschap tussen Li en Bepi tot iets diepers kan uitgroeien, komt de wereld tussenbeide, zoals dat hoort in dit soort verhalen. Het syndicaat (de Capulets) staat het Shun LI niet toe om een relatie op te bouwen met een klant. De vissers (de Montagues) zien ook niks in de verhouding: Shun Li zou alleen maar uit zijn op Bepi’s geld. Als de beste vriend van Bepi, Coppe, de anderen vraagt over welk geld ze het hebben – Bepi is ook maar een arme visser – blijft het antwoord achterwege. Maar dat blijkt de angst niet minder te maken.

Onnatuurlijke plotwendingen

Dit laatste is een voorbeeld van de plotwendingen in de tweede en derde akte van de film die niet natuurlijk aanvoelen. Het lijkt er sterk op dat regisseur en schrijver Andrea Segre en medeschrijver Marco Pettenello moeite hadden om het plot te laten vorderen nadat de vriendschap beklonken was. Ze creëren conflicten waar deze niet voor de hand liggen of nemen op onnatuurlijke wijze obstakels weg. Door deze nadrukkelijke ingrepen ontsnapt iedere spanning. Dit is opmerkelijk aangezien Segre, een voormalig documentairemaker, bij het maken van deze film een verhaal voor ogen had dat dicht bij de werkelijkheid stond.

Ook opvallend is dat de cameravoering erg flamboyant is voor een debuutspeelfilm. Soms met lange tracking shots van de landschappen aan de Adriatische Zee, dan weer een camera draaiend rond tafels en mensen. Dit is te danken aan de ervaren Director of Photography Luca Bigazzi. Hij was eerder verantwoordelijk voor het camerawerk in films als Pane e Tulipani en het eveneens zeer flamboyante Il Divo. Hoewel het werk van Bigazzi een van de lichtpuntjes is van de film – het is een van de weinige echt originele elementen – was het misschien interessanter geweest wanneer Segre zijn film op een andere manier onderscheidend had gemaakt. Bijvoorbeeld door de stijl en rücksichtloze zoektocht naar de werkelijkheid van de documentaire naar een speelfilm had vertaald.

Een sympathiek verhaal met weinig verrassing

Al het bovenstaande neemt niet weg dat Io sono Li een sympathiek verhaal vertelt over twee geloofwaardige personages die je samen iets moois gunt. Ze worden ook nog eens gespeeld door twee prima acteurs. Tao Zhao, bekend geworden als de muze van de Chinese filmmaker Jia Zhangke speelt zoals voor haar gebruikelijk naturel, maar met gevoel, de rol van Shun Li. Helaas bestaat de enige verrassing in het verhaal uit het feit dat de centrale romance zich niet tussen twee adolescenten afspeelt, maar tussen een Chinese moeder en een Joegoslavische opa, in Italië. Als dan ook nog belangrijke conflicten uit het niets opgeworpen en weggenomen worden, voelt het verhaal te gekunsteld aan om nog langer te boeien.



Share |

Gerelateerde artikelen