Recensie: Gravity

6 oktober 2013, 11:22 | Jeroen

Een ruimtewandeling is een van nature beangstigende situatie. Je zweeft immers in een omgeving waarin leven absoluut onmogelijk is, slechts beschermd door een onhandig zittend pak. Matt Kowalski (George Clooney) lijkt hier, door jarenlange ervaring, geen last van te hebben. Dat geldt niet voor de veel minder ervaren Ryan Stone (Sandra Bullock) die in het openingsshot van Gravity als technisch specialist de Hubble-telescoop repareert. De camera cirkelt rustig om Stone en de telescoop heen, optimaal gebruikmakend van de vrijheid die de driedimensionale leegte van de ruimte biedt.

Rondvliegend ruimtepuin

Dan komt vanuit Houston het bericht dat de Russen een satelliet hebben opgeruimd door hem op te blazen. Onbedoeld heeft dit een kettingreactie van rondvliegend ruimtepuin veroorzaakt dat andere satellieten vernietigt en zo meer ruimtepuin creëert. Stukken metaal vliegen met een hogere snelheid dan die van een kogel in de richting van de telescoop en voor je er als kijker erg in hebt wat er allemaal gebeurt, buitelt Stone hulpeloos weg van de telescoop. Haar enige redding is dan nog Kowalski, die zich met een soort jetpack kan voortbewegen. Vanaf dan is de hele film gericht op maar een ding: terugkomen naar de aarde.

Alfonso Cuarón, bekend van Y tu Mamá También, Harry Potter and the Prisoner of Azkaban en Children of Men, schreef het script voor Gravity samen met zijn zoon Jonás. Het resultaat is een spaarzaam verhaal dat zich bijna uitsluitend richt op het gevecht om te overleven dat Kowalski en Stone voeren. Ze laten zich niet verleiden tot filosofische uitweidingen. Bovendien lijkt de karakterontwikkeling van de hoofdpersonen geen doel op zich te zijn, maar volledig in dienst te staan van het verhaal. Het gevolg van de spaarzaamheid die vader en zoon Cuarón aan de dag legden, is dat de film maar negentig minuten duurt. Vanaf het moment dat de puinstorm zich aandient, staat bijna de hele tijd de spanning op de hoogste stand. Dat zou heel onprettig zijn geworden wanneer de film langer had geduurd.

Bewondering van cinematografie en mise-en-scène

Gravity is niet alleen heel spannend. Een ander gevoel dat zich vaak bij mij opdrong, was bewondering. Die bewondering betrof twee dingen: de cinematografie en de mise-en-scène. De vrijelijk rondzwevende camera van Emmanuel Lubezki is uitermate effectief in het verkleinen en vergroten van het visuele landschap, zodat je je het ene moment zit te vergapen aan een prachtig beeld van Egypte met een lint van lichtjes langs de Nijl, en het volgende je in het pak van een van de astronauten gezweefd bent en je de beleving van een van hen absorbeert.

Maar het wordt pas echt fascinerend als je beseft dat het nog steeds niet mogelijk is om opnames te doen zonder zwaartekracht. Dus waar je een astronaut door een ruimtestation ziet zweven hangt deze in werkelijkheid in touwen en stellages die later zijn weggepoetst met CGI. De meest kleine bewegingen zijn met uiterste zorgvuldigheid gechoreografeerd en uitgevoerd, want in veel gevallen werden de acteurs als een soort marionetten ondersteund om de illusie van gewichtloosheid over te brengen.

Verhaal en technische prestatie in harmonie

Er is dus veel tijd en energie gaan zitten in de technische kant van het maken van Gravity en, zoals ik al zei, het script is erg spaarzaam. Dat lijkt me een verstandige keuze, want de vorige technisch baanbrekende film, Avatar, had ook nog een uitzonderlijk lang verhaal waarin geen spoortje originaliteit te vinden was. Dat deed voor mij erg af aan de beleving van de film. In Gravity staat het verhaal in dienst van de technische prestatie en andersom. Daardoor doet geen van beide aan de ander af. Gravity is zelfs een film die ik twee keer zou willen zien: een keer vanwege het spannende verhaal en nog een keer om de uitzonderlijke technische prestaties van de acteurs en regisseur en de prachtige cinematografie rustig te kunnen bewonderen.



Share |

Gerelateerde artikelen