Recensie: The Grand Budapest Hotel

21 maart 2014, 18:14 | Jeroen

Een meisje in haar tienerjaren benadert in de openingsscène van The Grand Budapest Hotel een monument voor een schrijver en slaat diens bekendste boek open. In dit boek beschrijft de schrijver hoe hij als jongeman verbleef in het hotel waarnaar de film en zijn boek zijn vernoemd in het fictieve land Zubrowka, dat we ergens in Oost-Europa lijken te moeten zoeken. Hier ontmoet hij de eigenaar van het hotel, Zero Moustafa (gespeeld door F. Murray Abraham en Tony Revolori), die de schrijver op zijn beurt vertelt over de tijd dat hij als ‘lobby boy’ werkzaam was in het hotel en hij opgeleid werd door monsieur Gustave (Ralph Fiennes). Deze complexe openingsconstructie benadrukt de enorme afstand tussen de wereld van de kijker en die van deze monsieur Gustave. Deze laatste wereld staat bovendien op het punt van verdwijnen.

Monsieur Gustave is een van ’s werelds meest vooraanstaande conciërges. Hij is verantwoordelijk voor het handhaven van de kwaliteitsstandaard in het Grand Budapest Hotel en voor het vermaken van de meest welgestelde cliënten. Velen van hen, waaronder Madame D. (een bijna onherkenbare Tilda Swinton), komen speciaal naar het Grand Budapest voor deze charmante man. Dat is niet verwonderlijk, want de service die hij biedt, reikt tot in de perfect opgemaakte bedden. Als Madame D. onder mysterieuze omstandigheden komt te overlijden, laat ze monsieur Gustave een schilderij dat een fortuin waard is na. De familie van Madame D., en dan met name zoon Dmitri (Adrien Brody) en zijn ongure compagnon Jopling (Willem Dafoe), laat het er niet bij zitten. Bovendien duiken overal militairen op; er dreigt oorlog uit te breken.

Meesterwerk of maniëristische herhaling?

Met iedere film die Wes Anderson aan zijn oeuvre toevoegde, kristalliseerde zijn stijl zich meer uit. De symmetrische shots, de tot in detail ontworpen sets en speelse overgangen zijn in The Grand Budapest Hotel direct weer herkenbaar. Met iedere film heeft Anderson ook een uitgebreidere troep acteurs om zich heen verzameld, en bijna allemaal maken zij ook nu weer hun opwachting. Zo komen bijvoorbeeld Bill Murray en Owen Wilson in piepkleine bijrolletjes opdraven. In alles voelt The Grand Budapest Hotel daarmee als de ultieme Wes Anderson-film. Voortmijmerend op die gedachte vroeg ik me tijdens het kijken van deze film dan ook af hoe die over dertig jaar zou worden bezien. Hebben we het hier over een filmmaker die net zijn meesterwerk heeft afgeleverd of over iemand die vervallen is in maniëristische herhaling?

Ook op thematisch vlak vertoont The Grand Budapest Hotel veel overeenkomsten met het eerdere werk van Anderson. Alleen al door de vormgeving roept de film nostalgische en melancholische gevoelens op door de gelijkenis met sprookjes en kinderboeken. Maar zijn films draaien ook echt om melancholie en worden veelal bevolkt door personages die iets missen; iets waar ze zelf de vinger maar moeilijk op kunnen leggen. In the Grand Budapest Hotel gaat het verlangen van Zero uit naar die meest romantische en onbereikbare plek: het verleden.

Correctheid is medemenselijkheid

Het verleden wordt hier verbeeld als een tijd waarin mensen elkaar beter behandelden. Niet zo zeer uit een hartelijke vriendschappelijkheid, maar eerder uit beleefdheid. Anderson is wel zo slim om niet alleen mensen te tonen die elkaar op afstandelijke wijze bejegenen en altijd correct zijn. Monsieur Gustave is juist uitzonderlijk intiem met de gasten in het hotel, ook al zijn het veelal oudere dames, uit beleefdheid. “I go to bed with all my friends”, verklaart hij desgevraagd. Het is precies wat die onzekere dames nodig hebben in hun laatste jaren. Afstandelijke correctheid is hier de ultieme vorm van medemenselijkheid.

De grandeur van het Grand Budapest is die van een verleden dat verwoest is door de grote oorlogen en ideologieën van de twintigste eeuw. Wat dat betreft is deze film Andersons ode aan die grandeur, beleefdheid en correctheid en zijn aanklacht tegen oorlog, de totailitaire staat. Die laatste wordt vertegenwoordigd door Dmitri, het personage van Adrien Brody, die dan ook in het laatste deel van de film in een donker uniform met vervaarlijke emblemen rondloopt. Daarmee is de release van deze film perfect getimed, want juist nu heeft weer iemand in Oost-Europa zijn masker van beleefdheid laten zakken en toont hij zijn ware, oorlogszuchtige aard. Net zoals een zekere politicus in ons land het laatste restje reserve achter zich heeft gelaten en zijn ware onverbloemde haat aan ons heeft getoond.

Vorm en inhoud

Kunstenaars die zich in vormelijkheid verliezen en daardoor de inhoud, de betekenis van hun werk verwaarlozen worden maniëristisch genoemd. Bij Wes Anderson zijn vorm en inhoud steeds meer naar elkaar toegegroeid. Zijn stijl sluit door de gevoelens die het oproept inmiddels perfect aan bij de nostalgische boodschap die hij overbrengt. Bovendien blijkt deze boodschap uitermate actueel. Dat de vorm van zijn films zo eigenzinnig is, zorgt dat ze in ieder geval enige afwisseling vormen in het misschien ietwat eentonige hedendaagse filmlandschap. Maar of The Grand Budapest Hotel ook echt een meesterwerk is, kunnen we pas over decennia zeggen, wanneer mensen misschien met een zweem van nostalgie terug zullen kijken op de tijd waarin dát soort films nog gemaakt werd.



Share |

Gerelateerde artikelen