Recensie: Lucia de B.

5 april 2014, 12:15 | Jeroen

Veel mensen nemen naar mate ze hun beroep langer uitoefenen een afstandelijker houding aan. Ik begrijp dat soort professionele distantie wel. Als je op een klantenservice zit en de hele dag een klachtenregen over je heen krijgt, dan sluit je daar op een gegeven moment je gevoelens voor af. Hoeveel compassie kan een mens tonen? Lucia de Berk (Ariane Schluter) zit niet zo in elkaar. Met hoeveel ernstige gevallen ze ook te maken krijgt als verpleegkundige, ze blijft zich volledig inzetten voor het welzijn van haar patiënten.

Puzzelstukjes zoeken

Dat gegeven is belangrijk om te begrijpen waarom Lucia onterecht veroordeeld is voor de moord op zeven mensen. Haar gedrag vervreemdde haar namelijk van haar collega’s en leidde ertoe dat ze juist vaak de moeilijke gevallen ter verzorging kreeg. Daardoor was zij relatief vaak aanwezig bij patiënten die overleden. Op basis van een statistische berekening werd de kans dat zij bij toeval bij zo veel overlijdens aanwezig was vastgesteld op minder dan een op driehonderdmiljoen. Vanuit deze kennis is het makkelijk voor te stellen hoe je de rest van de puzzelstukjes bij elkaar gaat zoeken, om het plaatje compleet te maken. Dat is precies wat de jonge parketsecretaris Judith Jansen (Sallie Harmsen) doet.

Ze vindt puzzelstukjes als een jeugdtrauma dat stamt uit gedwongen prostitutie, een voorliefde voor boeken over seriemoordenaars en een ogenschijnlijk verdachte stof in het bloed van de laatste overledene, baby Timo. Zo kan een onschuldig iemand voor de ogen van het Nederlandse publiek, met hulp van de media omgevormd worden tot de Engel des Doods met tientallen doden op haar geweten. Gezien de veroordeling in de oorspronkelijke rechtszaak én in hoger beroep zijn zelfs rechters er dan niet meer gevoelig voor dat er één puzzelstukje ontbreekt: concreet bewijs. Als de rest van het plaatje zo goed klopt, vullen onze hersenen dat ontbrekende stukje zelf wel in.

Grensoverschrijdend gedrag

Het personage Judith Jansen is de stand-in voor de twee klokkenluiders Metta de Noo en Ton Derksen die de zaak levend hielden. Jansen gaat twijfelen aan het oorspronkelijke bewijs dat leidde tot de eerste verdachtmakingen tegen Lucia en neemt zo de kijker mee in de omslag van het beeld van het perfect kloppende plaatje terug naar een hoop losse puzzelstukjes. Zij vertoont, zoals officier van justitie Ernestine Johansson (Annet Malherbe) het uitdrukt daarmee ‘grensoverschrijdend gedrag’. Het is haar taak een veroordeling te bewerkstelligen, niet de verdediging te helpen. Ook Quirijn Herzberg (Fedja van Huêt), de advocaat die het hoger beroep op zich neemt, gaat verder in het behartigen van de belangen van Lucia dan zijn rol van hem verlangt. Hij stelt de (geestelijke) gezondheid van zijn cliënt meerdere keren voor het winnen van de zaak.

Jansen en Herzberg vertonen grote overeenkomsten met Lucia de B. zelf. Ze laten hun rechtvaardigheidsgevoel prevaleren boven hun professionele distantie. Dat is een interessant punt, want ergens is professionele distantie niet meer dan je eigen belang voor het algemeen belang stellen. Het is niet in het algemeen belang dat een officier van justitie iemand veroordeeld krijgt terwijl ze zelf gerede twijfel kan hebben over de bewijsvoering. Het is haar private belang om de carrièrebedreigende zaak niet te verliezen die haar drijft om de veroordeling te bewerkstelligen.

Kern van de zaak

Natuurlijk was de zaak van Lucia de B. een interessante, en is het een verhaal dat verteld moet worden om te leren van de fouten die gemaakt zijn. Dit wordt in deze film met verve gedaan. Het is een spannend rechtbankdrama geworden dat goed gefilmd en geacteerd is. Belangrijker is nog dat de makers met het thema professionele distantie de kern van de zaak hebben weten te vinden, en die op overtuigende wijze aan de kijker weten over te brengen.



Share |

Gerelateerde artikelen