Recensie: Zombie: The Resurrection of Tim Zom‏

23 mei 2014, 14:38 | Jeroen

Zombie, de bijnaam van professioneel skateboarder Tim Zom, lijkt goed gekozen. Zijn gezicht is bleek, met holle, donker omrande ogen die zonder focus de wereld registreren en lang haar dat levenloos onder zijn pet vandaan hangt. Maar uiterlijk zegt niet alles, want hij beweegt zich bepaald niet als een trage zombie voort: zelfs als hij niet op een skateboard staat, is hij altijd in beweging en heel aanwezig. Hij was als kind al hyperactief, zo bevestigen alle mensen die over Tim aan het woord komen. Afkomstig uit een van de achterstandswijken van Rotterdam-Zuid heeft hij een moeilijke jeugd achter de rug.

Gescheiden ouders, een alcoholische vader, rondhangen op straat en kleine criminaliteit zijn de elementen van het bekende verhaal van een moeilijke jongen in een moeilijke omgeving. Het verschil is dat Tim Zom op een gegeven moment op een skateboard is gaan staan en dat mensen hem nu betalen om dat te doen. Het is een verhaal als dat van een Braziliaans voetballertje uit een favela in Rio de Janeiro of een Amerikaanse basketballer uit een ghetto van Baltimore. Maar dit verhaal speelt zich af in Rotterdam-Zuid.

Interviews en tricks

Billy Pols, een jonge regisseur van Zuid-Afrikaanse afkomst, deelt zijn documentaire vrij traditioneel in. Hij toont ons interviews met iedereen die dicht bij Tim staat (moeder, stiefvader, vriendin, manager, etc.), afgewisseld met archiefmateriaal over zijn subject. Er is voldoende van dit archiefmateriaal, want het is heel gebruikelijk in de skatecultuur, zelfs onder amateurs, om elkaar te filmen. Dus zien we Tim vanaf het moment dat hij op een skatebord ging staan – hij was toen ongeveer elf – tricks maken en gekke bekken voor de camera trekken.

Op professioneel niveau wordt er veel aandacht besteed aan het filmen van skateboarders. Het niveau van filmen ligt dan ook enorm hoog. Terwijl de ene skateboarder over ramps gaat en door de lucht vliegt, rijdt er doodleuk een andere naast met een camera om de actie van zo dichtbij mogelijk vast te leggen. Het levert enorm spectaculaire beelden op. Pols combineert innovatieve shots met opzwepende muziek om zijn eigen beelden zo dicht mogelijk bij de montages van al het spectaculaire archiefmateriaal te laten aansluiten. Zo overstijgt deze documentaire de traditionele pratende-hoofden-documentaire.

Wat een etterbak

De interviews zijn misschien wat minder sterk dan in andere documentaires. De openingsvraag waarvan Pols zich in de meeste interviews bedient is een variatie op ‘Wat was Tom toch een etterbak toen hij klein was, hè?’ De oprechte antwoorden zijn redelijk verhelderend als je wilt weten hoe die jongen zo’n etterbak werd. Zijn moeder kon hem duidelijk niet aan, en de intrede van een stiefvader verergerde de situatie alleen maar. Naar school gaan was niet aan Tim besteed en hij werd er niet toe gedwongen door zijn omgeving.

Het duidelijkst zijn de antwoorden van Tims oma. Zij praat zijn gedrag, inclusief de kleine criminaliteit goed, want de regering laat die jongens geen keus, toch? Ze hebben toch geen geld en geen werk? En dan met een luide lach: als ie het maar niet bij mij doet. Om het effect van die woorden te benadrukken zijn door dit interview beelden gemonteerd van Tim die ruzie maakt met een vrouw van zijn omas leeftijd die hem en zijn vrienden wegstuurt terwijl ze opnames proberen te maken van zijn skaten op een privéterrein. Alles is relatief, en hypocriet.

De duistere kant

De vraag van de documentaire is natuurlijk niet wat voor grote etterbak Tim was, maar hoe de grote etterbak een succesvolle skateboarder geworden is. Af en toe raakt de documentaire aan de echt duistere kant van Tims leven. En dan hebben we niet over kleine criminaliteit, maar over openbare geweldpleging en een maandenlange vlucht voor de politie met onduidelijke aanleiding. Die duistere kant komt echter nooit helemaal scherp in beeld. Exemplarisch is een geval van openbare geweldpleging dat op film werd vastgelegd, maar uiteindelijk niet in de documentaire mocht worden na een klacht van de slachtoffers. Deze beelden zijn uiteindelijk vervangen door een getekende impressie van het voorval, die natuurlijk nooit dezelfde impact heeft als de echte beelden. Ook alle pratende hoofden houden zich enigzins op de vlakte wanneer het om de duistere kant van Tim gaat. Ze geven toe dat het erg is geweest met hem, met name in zijn late puberteit toen hij bij zijn alcoholische vader introk. Maar wat er nu precies allemaal gebeurt is, komen we niet te weten. Tim zelf zegt er in ieder geval geen woord over.

Zo blijft het beeld staan van iemand die op het platform van een half-pipe heeft gestaan en zich blind naar beneden geworpen heeft. Iedereen verwachtte dat hij keihard op zijn bek zou gaan, maar door het plankje met wieltjes onder zijn voeten heeft hij de andere kant van de half-pipe bereikt, waar hij nu vrij in de lucht hangt. Maar hij kan daar natuurlijk niet eeuwig blijven hangen en een skateboardcarrière duurt ook maar zo lang, zoals ook een medisch specialist hem in de film voorhoudt. De vraag is wat iemand als Tim daarna kan doen.

Niet helemaal open en eerlijk

Wat dat betreft is Zombie: The Resurrection of Tim Zom een documentaire met een verhaal dat maar half af is. We zien de wederopstanding en razende opkomst van iemand die door velen was opgegeven. Tim lijkt me alleen niet iemand die daarna een stabiel niveau bereikt en dat vasthoudt. Zelfs nu, wanneer de wereld aan zijn voeten ligt en ondanks de kalmerende aanwezigheid van zijn vriendin, heeft hij moeite om zijn duistere kant onder controle te houden. Het is jammer dat in deze film niet Tims hele leven belicht is, vooral omdat zo’n eerlijke en open blik misschien precies is wat het subject van de film nodig heeft.



Share |

Gerelateerde artikelen