Recensie: A Touch of Sin

18 februari 2014, 17:58 | Jeroen

De eerste vijf minuten van A Touch of Sin bevatten meer geweld en actie dan alle eerdere films van Jia Zhangke samen. Geweld speelt een voorname rol in alle vier de verhaalllijnen die de iets meer dan twee uur durende film rijk is. De zevende speelfilm van de festivallieveling betekent dan ook een breekpunt in zijn oeuvre. Dat is niet heel verwonderlijk, want het is zijn eerste speelfilm sinds 24 City uit 2008. In de tussentijd heeft hij documentaires en korte films gemaakt, en blijkbaar de boodschap die hij met zijn films wil vertellen herzien.

Toch zijn er ook veel overeenkomsten tussen A Touch of Sin en de rest van het oeuvre van Jia. De vier hoofdpersonen verschillen niet veel van zijn eerdere hoofdpersonen: het zijn voorbeelden van de miljoenen mensen die op dit moment niet (helemaal) mee kunnen of willen in de enorme ontwikkeling die de Chinese economie en maatschappij op dit moment doormaakt.

Geen passieve hoofdpersonen

Neem bijvoorbeeld Dahai, een jurist, uit het eerste verhaal. Hij wil de nieuwe eigenaar van de mijn bij zijn dorp en de corrupte bestuurders die hem de mijn verkocht hebben aanklagen. Al snel merkt hij de algemene weerstand tegen zijn plannen. De dorpsbewoners gaan hem uit de weg. Sommigen omdat ze actief hebben meegewerkt aan de overname, anderen omdat ze geen machtige mensen tegen zich in het harnas willen jagen. De incarnatie van Dahai in een eerdere film van Jia zou na enige strubbelingen zijn gestopt met zijn gevecht of steeds verder in de Kafkaeske gangen van de Chinese bureaucratie verdwaald zijn geraakt. Maar in A Touch of Sin is dit anders.

Voorheen waren de hoofdpersonen veelal passieve mensen, worstelend om boven water te blijven terwijl de golven van de “vooruitgang” over hun heen spoelden. Nu kiezen de hoofdpersonen er – al dan niet noodgedwonen – voor om zich te verzetten tegen de uitbuiting en corruptie die hun levens zo negatief beïnvloeden. Dahai besluit om de boekhouder die alle informatie over de overname kan leveren uit te horen terwijl hij hem met een jachtgeweer bedreigt. Als deze man denkt dat de vriendelijk ogende jurist bluft, laat Dahai zich niet in de kaarten kijken.

Geknapt en gestileerd geweld

Opmerkelijk is de stilering van het geweld. Op Tarantino-achtige wijze grijpt hij terug op de wuxia-traditie uit Hong Kong (de titel van de film is een directe verwijzing naar A Touch of Zen van Hong Kong-legende King Hu) en het vasteland van China. In de ene verhaallijn is het geweld rauw en bloederig, in de andere juist heel gecontroleerd en in een derde krijgt actrice Zhao Tao (al jaren getrouwd met Jia) de gelegenheid om een vrouwelijke strijder à la Crouching Tiger, Hidden Dragon neer te zetten. Met een paar gerichte vegen van haar mes ontdoet ze zich van een mannelijke belager.

Er lijkt iets geknapt in Jia in de jaren tussen zijn vorige film en A Touch of Sin. Hij lijkt geweld, zelfs als die tegen jezelf gericht is, als enige oplossing te zien voor de problemen die China teisteren. Iedere verhaallijn stopt na een geweldsuitbarsting, de consequenties voor de hoofdpersonen houdt Jia zorgvuldig buiten de film. De traditie van wuxia-films plaatst dit soort verhalen altijd in het verleden, waar thema’s als de keuze tussen verzet of coöperatie met de autoriteiten (zie bijvoorbeeld Hero en House of Flying Daggers) minder kans hebben om verbonden te worden aan de huidige problematiek in China

Een regelrechte oproep tot revolutie

Jia’s films zijn altijd subversief geweest, maar in A Touch of Sin gaat hij een stapje verder en dat is de Chinese autoriteiten niet ontgaan. De film krijgt dan ook geen bioscooprelease in het thuisland van Jia en en de media mogen er niet over berichten. Hoe onrechtvaardig ook, het is een begrijpelijk besluit voor het nog altijd op censuur gerichte land, want A Touch of Sin is een regelrechte oproep tot revolutie. Geweld als oplossing, zonder oog voor de consequenties. Het is een gewaagde en moedige stap, niet alleen omdat hij zich er in zijn thuisland mee in een precaire positie brengt, maar ook omdat het een boodschap is die niet zo makkelijk zal vallen bij zijn primaire publiek: de westerse filmliefhebber.



Share |

Gerelateerde artikelen