Interview: Andrew Rossi

1 december 2011, 23:32 | Jeroen

De maker van ‘Page One: A Year Inside The New York Times’, Andrew Rossi was afgelopen week in Amsterdam. Dit ter gelegenheid van het IDFA.

In de documentaire volgt Rossi een jaar lang het wel en wee van de medewerkers op de redactie van ‘The New York Times’. De krant staat op de rand van de afgrond. Veel mensen dansen op het graf van de bijna heilige krant.

Apocalyps

Hoe bevalt Amsterdam tot nu toe?

Ik ben net aangekomen vanuit Parijs, waar de première plaatsvindt. Gister hadden we een screening voor de ‘International Herald Tribune’. Er waren veel adverteerders. Dit is precies de groep die zich zorgen maakt over toekomst van print en van wie de toekomst afhangt.

De documentaire voelt meer als een film met verschillende verhaallijnen en onderliggend als de rode draad de apocalyps van print.

Ja dat is precies wat ik bedoelde. Ook het woord apocalyps is precies hoe ik het altijd omschrijf.

Hoeveel zorgen over de toekomst van de krant maakte men zich gedurende het filmen?

Toen ik in november 2009 begon werden er net 100 mensen ontslagen. Dat was 10% van alle werknemers. Het was inmiddels de tweede ontslagronde in 18 maanden. En er was geen eind in zicht. Dit tastte het moraal flink aan. Dit wordt het meest duidelijk in de scene waar twee medewerkers afscheid nemen na twintig jaar bij de Times te hebben gewerkt.

Hebben de leugens van medewerkers van de Times als Judith Miller en Jayson Blair mede voor het wantrouwen van de adverteerders gezorgd?

Nee dat niet direct. Het falen de juiste informatie te geven over de aanwezigheid van massavernietigingswapens heeft wel gezorgd voor een heel geëmotioneerde reactie van de lezers. Dat het publiek wordt voorgelogen door de regering en andere organisaties is aanvaardbaar. De Times moet echter altijd 100% te vertrouwen zijn in de ogen van de mensen. Ze zijn wel heel open geweest hierin. Ze hebben veel artikelen ter correctie gepubliceerd. Uiteindelijk heeft het niet echt geleid tot minder lezers of geloofwaardigheid van de Times.

Zal print ooit verdwijnen?

Lezers van 50 en 60 jaar zijn nog steeds zeer gehecht aan de krant. Lezers van 20 en 30 jaar oud maakt het niet uit hoe ze het nieuws volgen. Of het nou een stuk papier of juist mobiele telefoons, tablets of een laptop is. Het is dus een kwestie van generaties. Vroeger nam men met het volwassen en zelfstandig worden een abonnement op een krant. Dat is duidelijk veranderd. Nu worden ze op alle mogelijke manieren geïnformeerd. Via vrienden op Facebook of via Twitter. De huidige generatie is gewoon meer op de hoogte dan vorige generaties. Het is de taak van de huidige media om deze wens te vervullen op die nieuwe platforms.

De New York Times heeft een website en er wordt gebruik gemaakt van Twitter.

Ze hadden in september 40 miljoen unieke bezoekers. En een artikel van de New York Times wordt elke 4 seconden getweet. Ge-retweet of door een columnist van de Times. Ik wil nog even zeggen dat de documentaire geen product is van de New York Times en dat ze geen invloed op de inhoud hadden.

Hoe ben je bij de New York Times binnen gekomen?

Ik kende David Carr, een schrijver van The New York Times, van mijn vorige documentaire ‘Le Cirque’. Hij schreef er een artikel over. Ik liep hem daarna nog verschillen de keren tegen het lijf. Hij werkte gedurende die tijd ook zijn autobiografie: ‘Night of the Gun’. En ik vond hem grappig, briljant en ongefilterd en dus geknipt voor een film.

Je weet niet zeker of hij geniaal of gek is!

Ja klopt. Hij is het allebei!

Hij is aan de ene kant erg gepassioneerd over The New York Times, maar aan de andere kant lijkt het er ook op of hij altijd op zoek is naar een (mondeling) gevecht. Er is een soort dubbele laag in zijn persoonlijkheid.

Even ter verduidelijking. Hij is aan de ene kant erg gepassioneerd inderdaad. Er waren echter ook veel saaiere interviews die de film niet hebben gehaald. Hierdoor het kan lijken dat hij altijd opzoek is naar een gevecht. Wat je zegt klopt wel er is een dubbele laag. Dit komt echter doordat hij intellectueel nieuwsgierig is. Dus wanneer hij in gesprek is met een persoon ziet hij zichzelf niet als tweederangs of als toeschouwer. Hij wil diegene uitdagen waardoor het ‘showie’ kan over komen.

En via hem ben je dus binnengekomen?

Ik wilde eerst de documentaire op hem baseren, maar dat wilde hij niet. Ik vroeg hem of hij wel wilde meewerken als ‘The Times’ toegang zou geven en hij antwoordde : “Ja”. Denkende dat dit nooit zou lukken. Toen ik vervolgens Bill Keller (de hoofdredacteur) sprak, zei ik tegen hem: “Dit is het moment dat de toekomst van print ter discussie staat en men op het graf van de Times staat te dansen”. “Ik weet niet of dit echt zo is, maar het kan waardevol zijn om van binnenuit te laten zien hoe het er daadwerkelijk aan toe gaat”. “Ik heb geen vooraf bepaalde visie of missie over het onderwerp dat ik film, ik observeer alleen”. En hij stemde toe.

Daarnaast werkt het bij documentaires zo dat je van tevoren niet altijd weet waar het verhaal naar toe gaat. Omdat het, zoals je zelf ook al zei, net een toneelstuk is met allemaal verschillende verhaallijnen besloot ik al snel meerdere personen erbij te betrekken.

Was het lastig om op het juiste moment op de juiste plaats te zijn?

Ja. Het is een zeer fysieke ervaring. Ik doe alles zelf. Ik moest er dus zelf achter komen waar iedereen aan werkte en zo proberen dingen voor te zijn.
Zoals dat ik er precies bij was toen Brian aan de telefoon zat met Julian Assange, dat was een goeie!

Waren er veel dagen dat er niks gebeurde?

Ja zeker in het begin zat ik dagenlang tussen de schrijvers, die zaten te schrijven. Super saai! Dit was wel een goed moment om ze te leren kennen.

Waren ze sceptisch ten opzichte van jou?

Jazeker! Ze kenden mijn werk wel en vonden het goed, maar ze wisten niet wat mijn uitgangspunt was. Ik probeerde ze duidelijk te maken dat dit hun kans was te laten zien hoe de media verandert en dat zij dit erkennen en er in mee gaan. Het had tijd nodig.

Is er een climax in de documentaire?

In zekere zin wel. Het artikel over de ‘Tribune Company’ van David Carr is een soort heroïsche conclusie. Het dient als voorbeeld voor wat er op het spel staat wanneer onafhankelijke journalistiek verdwijnt. Wanneer er geen ruimte is voor schrijvers die maanden aan een artikel werken. Dit kan alleen als er een apparaat van juristen en een institutie achter staat die dit financiert.

De documentaire is vanaf vandaag (1 december) verkrijgbaar op DVD.



Share |

Gerelateerde artikelen